Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

10.3 Steunprogramma voor herstel en perspectief onderzoeker

In het Steunprogramma voor herstel en perspectief onderzoeker (maatregel 7 NPO) zijn middelen voorzien om onderzoekers met tijdelijke contracten die vertraging hebben opgelopen in hun onderzoek door corona, te ondersteunen en contractverlenging aan te bieden zodat zij hun onderzoek kunnen afronden.

Voortgang en realisatie 2021

Inzet van de middelen

 

AANTAL GEHOLPEN ONDERZOEKERS

REALISATIE
2021

NOG IN TE ZETTEN MIDDELEN

BESTEDINGSPLAN
VERWACHTE UITGAVEN 2021-2024

 

1. NPO Steunprogramma voor herstel en perspectief onderzoekers

291

€ 384.568

230

€ 6.690.432

2. Eigen middelen en financiële en niet-financiële maatregelen

nvt

Nvt

nvt

Waarvan € 1.133.297 uit eigen middelen

In het bestedingsplan Onderzoek NPO is voor in totaal voor 230 onderzoekers in tijdelijke dienst aangegeven ondersteuning te gaan bieden door middel van een contractverlenging. De totale kosten hieraan verbonden zijn € 6,7m. Dat is ruim € 1,1m meer dan de € 5,6m die beschikbaar is voor 2021 en 2022 via het NPO. De faculteiten passen dit verschil zelf bij.

In totaal heeft de VU € 2,8m voor 2021 ontvangen, voor 2022 zal eenzelfde bedrag ontvangen worden. Naast de NPO-middelen heeft de VU ook € 1,3m aan NWO Vertragingsgelden welke tevens bestemd waren voor onderzoeksvertraging. Omdat de NWO middelen eerder in het jaar beschikbaar waren, zijn initieel eerst deze middelen ingezet op de gemaakte kosten.

Momenteel heeft de VU 291 onderzoekers die vertraging hebben opgelopen in hun onderzoek en in aanmerking komen voor ondersteuning vanuit het Steunprogramma. In 2021 is € 384k uitgegeven aan maatregel 7. We zien dat de kosten die gemaakt worden voor het vertraagde onderzoek met name ontstaan aan het einde van de looptijd van de contracten. Dit houdt uiteindelijk in dat de daadwerkelijke kosten (en eigen bijdrage hierbij) voornamelijk ontstaat in 2022, 2023 en 2024. Naar verwachting zullen de kosten niet hoger worden door het hogere aantal onderzoekers dat geholpen wordt door deze regeling, omdat de gemiddelde kosten per verlenging iets lager blijken uit te vallen dan eerder geraamd.

In het aantal van 291 onderzoekers dat wordt ondersteund door middel van een contractverlenging is inbegrepen het aantal contractverlengingen dat wij met eigen, facultaire middelen mogelijk maken. Ruwweg wordt 85% van deze onderzoekers ondersteund via NPO-middelen en 15% met eigen VU-middelen. Naast ondersteuning via contractverlengingen hebben wij een breed scala aan overige financiële en niet financiële maatregelen getroffen om de effecten van corona te beperken. Dat ging deels via generieke maatregelen om het thuiswerken te faciliteren en deels om maatwerk via bijv, een aangepaste onderzoeksopzet en -planning of het ter beschikking stellen van extra faciliteiten om het uitvoeren van onderzoek op afstand mogelijk te maken. Het is voor ons echter vanwege de zeer hoge administratieve last ondoenlijk om een registratie bij te houden op welke wijze wij individuele onderzoekers hebben kunnen ondersteunen naast het aanbieden van contractverlenging, en wij zien er dan ook vanaf om hiervan een specifieke opgave te doen via de coronaparagraaf.