Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

9.1 Inleiding

In 2021 is het VU Kwaliteitsplan Onderwijs 2.0 goedgekeurd. In juli is er positief geadviseerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), waarna het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in september de definitieve goedkeuring heeft gegeven. In deze 2.0 versie van het Kwaliteitsplan is de feedback van het eerste panel verwerkt. Tevens hebben we deze herbeoordeling aangegrepen om een geactualiseerd plan neer te leggen waarin de roerige afgelopen periode met COVID-19 is verwerkt. Als gevolg van de uitbraak van COVID-19 is het accent in activiteiten meer komen te liggen op de digitale transformatie van het onderwijs. In de afgelopen periode is wat we hebben bereikt in het digitale onderwijs verder ontwikkeld richting activerend blended onderwijs. In het kwaliteitsplan 2.0 zijn daarom ook nieuwe projecten opgenomen rondom Blended Learning. Uiteindelijk is ons doel om via Blended Learning innovatieve en activerende vormen van digitaal en fysiek onderwijs optimaal in te zetten opdat we met ons onderwijs de beste kwaliteit leveren aan onze studenten.

Monitoring en dialoog over het kwaliteitsplan

Informatievoorziening via de P&C cyclus

Op 22 februari 2021 heeft de Gezamenlijke Vergadering (GV) ingestemd met het Kwaliteitsplan Onderwijs VU 2.0. De monitoring van de uitvoering van ons plan vindt plaats via de reguliere planning- en controlcyclus (P&C cyclus). Zowel op facultair als VU-breed niveau wordt de voortgang van de kwaliteitsafspraken en de besteding van de studievoorschotmiddelen jaarlijks gemonitord binnen de reguliere P&C cyclus van de VU en de documenten die in dat kader worden opgesteld (kadernota, jaarplan, periodieke voortgangsrapportages en jaarverslag). Het (facultaire) Kwaliteitsplan is twee keer per jaar onderdeel van gesprek tussen het (facultaire) bestuur en de (facultaire) medezeggenschap. Ten aanzien van de besteding van het jaarlijkse bedrag studievoorschotgelden geldt dat de invulling hiervan wordt bepaald door de meerjarige kaders zoals vastgelegd in het Kwaliteitsplan Onderwijs VU en in de facultaire meerjarenplannen. Er zijn geen grote afwijkingen ten opzichte van deze kaders geweest die opnieuw ter instemming zijn voorgelegd aan de centrale medezeggenschap. De afwijkingen binnen de facultaire meerjarenplannen zijn afgestemd met de facultaire medezeggenschap binnen de reguliere P&C cyclus.

De algemene reflectie op het proces is aan het eind van dit hoofdstuk opgenomen. De reflectie van de medezeggenschap op proces en resultaat is in bijlage IX opgenomen.

De facultaire meerjarenplannen zijn ook onderdeel van bespreking in de bestuurlijke overleggen tussen faculteitsbestuur en College van Bestuur. In het bestuurlijk overleg in het voorjaar wordt verantwoording afgelegd over de realisatie van de plannen en in het najaar gaat het over de begroting van het aankomend kalenderjaar. De kwaliteitsafspraken zijn steeds expliciet onderdeel van de bestuurlijke overleggen geweest.

De kwaliteitscommissie van de Raad van Toezicht is elke vergadering op de hoogte gesteld van de stand van zaken door middel van een mededeling waarin de actuele zaken verwerkt zijn. De Raad van Toezicht is via het jaarverslag en jaarplan/begroting ook aangesloten op de financiële voortgang van het Kwaliteitsplan. De reflectie van de Raad van Toezicht op proces en realisatie is in paragraaf 9.3 opgenomen. 

Sturing van de projecten

De VU-brede programma’s en projecten vallen onder de verantwoordelijkheid van vier stuurgroepen: studentbegeleiding, onderwijsprofilering, docentprofessionalisering en innovate en onderwijsfaciliteiten. De sturing van het gehele portfolio aan projecten valt onder de verantwoordelijkheid van een werkgroep die namens het OPO (Overleg van Portefeuillehouders Onderwijs) de algehele voortgang van het centrale deel van het plan bewaakt (werkgroep onderwijsprojecten VU). De leden van deze werkgroep hebben ook zitting in de stuurgroepen (een lid per stuurgroep). De studentmedezeggenschap is ook standaard vertegenwoordigd in elke stuurgroep. Naast de stuurgroepen zijn er ook nog werkgroepen en adviesorganen die over de inhoudelijke aspecten per project kunnen adviseren/uitwerken, zoals bij de projecten Mixed Classroom, Community Service Learning en het onderwijsnetwerk VU Network for Teaching and Learning (VU NT&L).

De sturing middels de stuurgroepen en werkgroep onderwijsprojecten loopt goed, de projecten kunnen goed gevolgd worden. Wel is geconstateerd dat de informatiedichtheid van de voortgangsrapportages is afgenomen met de tijd en dat stuurgroepleden vaak niet helder genoeg voor ogen hadden welke informatie uit de voortgangsrapportages op dat moment het meest relevant was. Daartoe zijn de formats van de voortgangsrapportages aangepast, ze zijn toegankelijker gemaakt en er zijn heldere vragen en besluiten voor de stuurgroep toegevoegd.

Het volgen van de financiële realisatie van de studievoorschotmiddelen is halverwege 2021 door vervanging van de bedrijfsvoeringssystemen van de VU (programma MARS) moeilijker geworden. Dit heeft het voor projectleiders en stuurgroepleden moeilijker gemaakt goed te sturen op het gewenste financiële resultaat. We zien door deze problematiek in combinatie met de effecten van corona op de uitvoering van de activiteiten een grotere onderbesteding in 2021 dan gehoopt. Door gebrek aan actueel inzicht in de uitgaven is er te voorzichtig geld uitgegeven.