Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

4.4 Overige lasten

(bedragen x € 1.000)

Realisatie

Begroting

Realisatie

 

2021

2021

2020

Administratie- en beheerslasten

7.158

4.106

3.893

Inkomensoverdrachten

10.081

9.827

10.696

Inventaris en apparatuur

8.665

4.023

8.141

Reis-, verblijf- en congreskosten

2.120

2.300

2.344

Kosten Onderwijs- en Onderzoek

23.909

21.443

22.138

Beoordelingen en adviezen

2.313

1.020

2.071

Automatiseringskosten

22.747

13.466

15.728

Collectievorming

6.749

5.626

6.356

Bedrijfsmatige activiteiten

1.854

1.508

1.317

Contributies en lidmaatschappen

1.292

136

1.101

Materiele lasten Vumc

13.510

12.000

11.994

Doorbelaste inkoopkosten CCE B.V.

-300

-

-177

Vrijval (dotaties) materiële voorzieningen

-1.701

150

2.512

Overige algemene kosten

11.198

28.865

3.431

Totaal overige lasten

109.595

104.470

91.545

De overige lasten zijn ten opzichte van 2020 gestegen met € 18,1 miljoen. De overige lasten zijn in 2020 in verhouding fors lager vanwege de gevolgen van COVID-19 maatregelen. De toename in 2021 wordt met name veroorzaakt door een stijging op de kosten voor administratie- en beheerlasten € 3,3 miljoen (stijging bureaukosten), onderwijs en onderzoek € 1,8 miljoen (gefinancierd door NPO en extra NWO middelen) en de automatiseringskosten € 7,0 miljoen (MARS-project en hogere beheers- en licentiekosten), materiële lasten VUmc € 1,5 miljoen (middelen uitgedeeld aan VUmc vanwege facultaire bijdragen) en overige algemene kosten € 7,8 miljoen ook vanwege aanpassingen als gevolg van COVID-19.

Hiertegenover staan de diverse vrijvallen in materiële voorzieningen € 4,2 miljoen (inclusief het effect van de verlieslatende huisvestingscontracten ca. 2,6 miljoen).

De overige lasten zijn ten opzichte van de begroting gestegen met € 5,1 miljoen. De belangrijkste verklaring voor de verschillen met de begroting zijn de gevolgen van COVID-19 maatregelen (zie ook toelichtingen hierboven). Daarnaast heeft er in SAP S4Hana een verschuiving plaatsgevonden tussen de overige personele lasten en de overige lasten ten opzichte van de begroting (reis- en verblijfkosten en kantoor- en portikosten).