Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

2.3 Langlopende schulden

Het verloop van de langlopende schulden is als volgt:

(bedragen x € 1.000)

Stand per

Opnames

Overige

Aflossingen

Stand per

Looptijd

Looptijd

 

01.01.2021

in 2021

mutaties

2021

31.12.2021

1-5 jaar

> 5 jaar

Kredietinstellingen EIB

177.002

50.000

-

-14.136

212.866

76.930

135.936

Kredietinstellingen BNG

30.000

-

-

-

30.000

3.333

26.667

Ineffectiviteit derivaten

3.190

-

168

-

3.358

-

3.358

Vooruitontvangen erfpacht

863

-

4.190

-

5.053

360

4.693

Totaal langlopende schulden

211.055

50.000

4.358

-14.136

251.277

80.623

170.654

Kredietinstellingen EIB en BNG

De schuld aan kredietinstellingen heeft betrekking op leningen van de Europese Investeringsbank (EIB) en de BNG Bank (BNG) voor de herontwikkeling van de campus.

De totale bovenstaande kredietfaciliteit bedraagt € 405 miljoen. Er zijn geen zekerheden verstrekt.

De langlopende schulden zijn gestegen met ca. € 40 miljoen en is met name veroorzaakt door de ontvangen lening ad. € 50 miljoen, de vooruitontvangen erfpacht mutatie van ca. 4,2 miljoen en er is in 2021 in totaal € 14,1 miljoen afgelost. De aflossingsverplichtingen voor 2022 bedragen eveneens € 14,1 miljoen.

Met de banken, de EIB, de Deutsche Bank (DB) en de BNG zijn vier financiële convenanten afgesproken. In 2021 is de VU ruim binnen deze gestelde normen gebleven. Onderstaande tabel geeft de waarden van de ratio’s per 31 december 2021 en de norm van de banken weer.

Ratio ¹

VU

Banken

Solvabiliteit I

39,5%

>30%

Debt Service Coverage

3,1

>1,3

Loan to Value

36,3%

<50%

Investeringen (in € mln)

110,2

146,9 ²

¹ Solvabiliteit I = eigen vermogen / totaal vermogen
  DSCR = EBITDA / totaal financiële verplichtingen m.b.t. lang vreemd vermogen
  Loan to value = totaal kort- en langlopende bankschulden / totale materiële vaste activa
  Investeringen = gerealiseerde investeringen / 110% gebudgetteerde investeringen
² 110% van investeringsbegroting 2021

Ineffectiviteit derivaten

De VU past kostprijshedge-accounting toe op haar derivatenportefeuille. Richtlijn RJ 290 schrijft voor dat het deel van de derivatenportefeuille dat ineffectief is, op de balans gewaardeerd moet worden als de waarde van de derivaten negatief is én meer negatief is dan de waardeverandering van de onderliggende afgedekte leningen. Dit bedrag wordt onder de langlopende schulden gepresenteerd vanwege het langlopende karakter van de derivaten. Een vermindering in de ineffectiviteit komt ten gunste van de staat van baten en lasten. Voor 2021 is de ineffectiviteit toegenomen met € 0,2 miljoen (2020: daling van € 9,9 miljoen).

Voor het bepalen van de omvang van de ineffectiviteit wordt een vergelijking gemaakt tussen de waardeverandering van de zeer waarschijnlijke toekomstige externe financiering (welke wordt gemodelleerd als een zogenaamd ‘hypothetisch derivaat’) en de marktwaarde per eind 2021 van de bestaande derivatenportefeuille. Het verschil tussen de beide waarderingen is de omvang van de ineffectiviteit.

De marktwaarde van de portefeuille varieert naar gelang de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Vanwege de huidige lage kapitaalmarktrente en de lange looptijd vertoont de portefeuille een negatieve marktwaarde van ongeveer € 103,2 miljoen per eind 2021 (2020: € 128,0 miljoen). De marktwaarde is de actuele waarde van de in de toekomst verschuldigde verplichtingen.

Per 31 december 2020 is, zoals gedefinieerd in het derivatencontract (ISDA) met de Deutsche Bank, geen sprake van een overhedge. Ook in de jaren 2021 en 2022 wordt geen overhedge verwacht. Zie onderstaande tabel voor het overzicht van de bestaande derivatenportefeuille.

Hoofdsom

 

Tegenpartij

Periode

Te betalen

Te ontvangen

Reële waarde

Reële waarde

(x € 1.000)

   

rente

rente

31.12.2021

31.12.2020

10.000

 

BNG

2010 - 2025

4,60%

6 mnds Euribor

-1.930

-2.593

10.000

 

BNG

2011 - 2026

4,65%

6 mnds Euribor

-2.399

-3.137

15.000

 

DB

2011 - 2025

5,53%

1 mnds Euribor

-3.319

-4.493

50.000

 

DB

2013 - 2035

5,23%

1 mnds Euribor

-32.753

-40.331

50.000

*

DB

2013 - 2035

5,37%

1 mnds Euribor

-27.993

-35.111

72.002

*

DB

2014 - 2035

4,38%

1 mnds Euribor

-34.787

-42.378

Totaal

     

-103.181

-128.043

*) De hoofdsom varieert gedurende de looptijd. De hier vermelde bedragen betreffen de uitstaande hoofdsom per 31-12-2021.

Vooruitontvangen erfpacht

Erfpachttermijnen die in een keer zijn geïnd worden verantwoord onder langlopende schulden. Jaarlijks valt een aan de looptijd evenredig deel van deze schuld vrij ten gunste van het resultaat.

In 2021 is er grond in erfpacht uitgegeven wat heeft geleid tot een verkoopopbrengst van € 4,6 miljoen. Dit bedrag zal gedurende de looptijd van de erfpachtcanon vrijvallen ten gunste van de staat van baten en lasten.