8. Financiën
In dit hoofdstuk lichten we de financiële ontwikkelingen van de VU in 2024 toe. We schetsen eerst de financiële context en beschrijven daarna de ontwikkeling van het resultaat 2024 van de VU.
Financiële context
Een dalend aantal studenten, een afnemende financiering per student van het ministerie van OCW, een toenemende noodzaak voor vernieuwing door voortdurende veranderingen, zoals digitalisering, globalisering en andere behoeften van studenten, en een stijgende werkdruk vormen de financiële dynamiek waarbinnen de VU zich beweegt. Deze dynamiek zet druk op de financiële middelen die beschikbaar zijn en daarmee ook de ruimte die er is om te blijven investeren. De VU blijft dit wel zoveel mogelijk doen en blijft inzetten op investeren in:
-
de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en valorisatie;
-
de VU-campus;
-
onze medewerkers;
-
het verbeteren van de faciliteiten voor onze studenten, onderzoekers en medewerkers.
Deze investeringen moeten passen in een verantwoord financieel beleid, binnen de financiële kaders die we hebben afgesproken met externe belanghebbenden. Transparantie en samenwerking zijn essentieel.
Door druk die er is op de financiële middelen moet de VU ook bijsturen om binnen de financiële kaders te blijven. Alle eenheden hebben hiervoor opdrachten ontvangen. In de periode 2025-2027 krijgen de eenheden de ruimte om de bijsturingsopdrachten te verwerken. De begroting voor deze jaren laat een negatief financieel resultaat zijn. De VU begroot vanaf 2029 weer een positief exploitatieresultaatresultaat. In de tussentijd moeten de maatregelen worden genomen en geeffectueerd. Daar is tijd voor nodig om het proces zorgvuldig te kunnen doorlopen, kwaliteit te behouden en werkdruk te kunnen beheersen. De bezuiniging van de overheid en de onzekerheden rondom de bekostiging, waaronder het stoppen van de regeling voor de starters- en stimuleringsbeurzen, de impact van de Wet internationalisering in balans (WIB) en de Toets anderstalig onderwijs (TAO) zijn van grote invloed op de organisatie.
Hoewel 2025 uitdagend wordt, beschouwen we dit alles ook als een kans om onze organisatie te versterken. We blijven vasthouden aan onze strategie nemen maatregelen om onze financiën te stabiliseren en duurzame oplossingen te vinden.
In 2024 heeft de VU een resultaat behaald van € 7,0m negatief, terwijl we een negatief resultaat van € 7,1m hadden begroot. Dit resultaat is met name ontstaan door een aantal incidentele posten. We hebben als gevolg van een compensatie van lonen en prijzen meer Rijksbijdrage ontvangen dan begroot. De ontvangen creditrente is hoger door actiever te sturen op de liquide middelen. Daarnaast verbeterde het resultaat door de latere oplevering van het Nieuwe Onderzoeksgebouw VU en verschuiving van de bijbehorende afschrijvingen. Daar staat tegenover dat we een flinke dotatie hebben gedaan aan personele voorzieningen.
Aan studievoorschotgelden besteedden we in 2024 € 27,7m, bij een budget van € 24,6m. De overbesteding van € 3,1m verrekenen we, zoals begroot, met de onderbesteding over de jaren 2019 tot en met 2023. De studievoorschotgelden zijn ingezet voor de uitvoering van het Kwaliteitsplan Onderwijs VU 2019-2024, versie 2.0, inclusief de achterliggende meerjarenkwaliteitsplannen van de faculteiten. Hierna rapporteren we in hoofdstuk 9 uitgebreid over de realisatie op de studievoorschotgelden 2024, waarbij we ook per kwaliteitsthema aangeven welke inhoudelijke resultaten er zijn geboekt over de periode 2019-2024.
2024 was ook het laatste jaar waarin het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) liep om de negatieve effecten van de coronapandemie te bestrijden. Het bestedingsplan van de VU voor de extra middelen via het NPO bestaat uit een deelplan voor onderwijs en een deelplan voor onderzoek. In dit bestedingsplan staat hoe de VU in de jaren 2021-2024 inhoudelijk en financieel invulling heeft gegeven aan de verschillende maatregelen. Hierna rapporteren we in hoofdstuk 10 uitgebreid over de verschillende NPO-maatregelen in 2024 en is de afrekening over de hele looptijd opgemaakt.
Op basis van het Bestuursakkoord 2022 hoger onderwijs en wetenschap van 14 juli 2022 ontvangt de VU vanaf 2022 via de rijksbijdrage extra middelen voor studentenwelzijn, starters- en stimuleringsbeurzen en voor nieuwe sectorplannen. In het regeerakkoord is echter besloten dat de starters- en stimuleringsbeurzen vanaf 2025 worden geschrapt en dat 2024 het laatste jaar van financiering is. De sectorplannen blijven wel behouden. Lees in hoofdstuk 11 meer over starters- en stimuleringsbeurzen, sectorplannen en studentenwelzijn.
In de navolgende paragrafen staat de ontwikkeling en analyse van het resultaat 2024 van de VU in detail beschreven. In de continuïteitsparagraaf wordt de meerjarenbegroting tot 2029 (inclusief investeringen in materiele vaste activa tot 2034) van de VU toegelicht. De meerjarenbalans is geactualiseerd op basis van het positieve resultaat, ontwikkeling van de voorzieningen en liquiditeitsontwikkeling van 2024.