Reflectie op de voortgang van de Kwaliteitsafspraken
Reflectie College van Bestuur
We zijn als College van Bestuur ontzettend trots op de verwezenlijking van onze kwaliteitsafspraken over de periode 2019-2024. Zowel op centraal niveau als bij de faculteiten hebben de projecten die met de kwaliteitsmiddelen gerealiseerd zijn een grote bijdrage geleverd aan de verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Na een wat hobbelige start, waarbij ons eerste Kwaliteitsplan niet was goedgekeurd vanwege een onvolledige bestemming, hebben we ons Kwaliteitsplan 2.0 opgesteld. We grepen toen de kans om het accent in activiteiten meer te leggen op het stimuleren van activerend en blended onderwijs via innovatieve onderwijsvormen, dat naar aanleiding van de COVID-maatregelen veel urgentie had. Er was veel enthousiasme en energie binnen de VU om hiermee aan de slag te gaan. Dit heeft mooie resultaten opgeleverd zoals de uitbreiding van de capaciteit en kwaliteit voor digitaal toetsen, maar ook de uitbreiding van de kwaliteit en kwantiteit van de studieplekken en onderwijsruimtes. Ook zijn we trots op de vorming van het Centre for Teaching and Learning waarin alle activiteiten rondom onderwijsinnovatie en docentontwikkeling gebundeld zijn. Er is vanuit de kwaliteitsmiddelen sterk ingezet op leergangen voor docentprofessionalisering, het vormen van netwerken van onderwijsprofessionals en het ondersteunen van docenten op de werkplek met allerlei onderwijsinnovaties. Het is mooi om te zien dat kleinschaliger onderwijs is gerealiseerd door meer docentinzet en uitbreiding van het aantal (junior)docenten. Daarbij hebben we een enorme innovatiekracht gezien vanuit de juniordocenten, mede door goede begeleiding en training en hun nieuwsgierigheid naar innovatieve onderwijsvormen. We zien dat de implementatie van onze onderwijsvisie met deze kwaliteitsmiddelen is versterkt, onder meer door verdere ontwikkeling van het model van de Mixed Classroom en Community Service Learning en de opschaling hiervan in het onderwijs. In de periode tijdens en na COVID waren we ook erg blij dat we deze middelen gedeeltelijk bestemd hadden voor studentenwelzijn en studeren met een functiebeperking, wat tegemoet kwam aan een grote behoefte van studenten.
Als we kijken naar de gehele periode 2019-2024, dan zien we dat we in de eerste drie jaar op onderdelen een begrijpelijke vertraging op de inhoudelijke en financiële realisatie opliepen. Dit kwam onder meer door het directe effect van de COVID-maatregelen op fysieke activiteiten die niet uitgevoerd konden worden en het effect op werkdruk van docenten en ondersteunend personeel. In de drie jaren die daarop volgden is sterk ingezet op het inlopen van de onderbesteding en de inhoudelijke realisatie. We zijn er altijd van overtuigd geweest dat we onze doelen uit het Kwaliteitsplan zouden halen. Het stemt ons dan ook heel tevreden om in deze eindrapportage te zien dat het ons gelukt is om nagenoeg alle doelen verwezenlijkt te hebben en 100% van de externe studievoorschotmiddelen aan deze doelen besteed te hebben. Bij deze realisatie hebben we altijd nauw contact gehouden met de medezeggenschap. We zijn heel blij met hun betrokkenheid tijdens het gehele proces, van totstandkoming tot afronding. Ook bij het opstellen van het bestedingsplan voor de kwaliteitsmiddelen vanaf 2025 ervaren we grote betrokkenheid van de medezeggenschap. We zijn verheugd dat we de gerealiseerde uitbreidingen en verbeteringen kunnen continueren met de toevoeging van de kwaliteitsmiddelen aan de rijksbijdrage, zodat studenten hiervan blijvend de vruchten kunnen plukken. Daarbij zijn we ontzettend blij dat de administratieve lasten verminderd zijn, waardoor nog meer van deze middelen ten gunste van de studenten komen.
Reflectie Raad van Toezicht
In 2021 is het Kwaliteitsplan 2.0 ingediend bij de NVAO en OCW en van een positief oordeel voorzien. De Kwaliteitscommissie is namens de Raad van Toezicht betrokken geweest bij het opstellen van de herziene versie van het plan en heeft hierover ook informeel contact gehad met de medezeggenschap. De Kwaliteitscommissie heeft gezien dat het besluit om destijds de tijd en gelegenheid te nemen om in het Kwaliteitsplan een toekomstvisie te schetsen op basis van de actuele situatie die toen gold, het Kwaliteitsplan heeft verbeterd. Het plan is in positieve zin toekomstgerichter geworden, met aandacht voor hoe de coronacrisis de prioriteiten in het onderwijs heeft herijkt.
De Kwaliteitscommissie is de gehele periode betrokken geweest bij de monitoring van de resultaten doordat het een terugkerend onderwerp is in elke reguliere vergadering van de Kwaliteitscommissie. Jaarlijks heeft de Raad van Toezicht een reflectie gegeven op de realisatie van de Kwaliteitsmiddelen, welke is opgenomen in het betreffende Jaarverslag van de VU. Tijdens de vergaderingen van de Kwaliteitscommissie zijn onder meer de onderbesteding, de oorzaken daarvan en mogelijke oplossingen daarvoor besproken. Samen met het College van Bestuur heeft de Kwaliteitscommissie nadrukkelijk het gesprek gevoerd over de complexiteit van het meten (en borgen) van kwaliteit en de uitdagingen die dat met zich meebrengt. De Kwaliteitscommissie heeft het belang van het scherp in de gaten houden van de uitputting van de middelen en gewenste volledige besteding eind 2024 onderstreept. De Raad van Toezicht heeft gezien dat het College van Bestuur hier sterk op heeft gestuurd en daar de medezeggenschap op een goede wijze in heeft meegenomen. De Raad van Toezicht complimenteert het College van Bestuur en alle betrokkenen met de inhoudelijke en financiële realisatie van de doelstellingen uit het Kwaliteitsplan 2.0. De Raad van Toezicht is onder de indruk van het enthousiasme waarmee over de gehele periode gewerkt is aan het verbeteren van het onderwijs. Dit heeft belangrijke resultaten voor de VU en haar studenten opgebracht.
Reflectie medezeggenschap
De Gezamenlijke Vergadering (GV) van de medezeggenschap kijkt met tevredenheid terug op de besteding van de kwaliteitsmiddelen over de periode 2019–2024. Ondanks de uitdagingen in de eerste jaren, met name door de impact van de coronamaatregelen, heeft de VU met intensieve inzet van bestuur, faculteiten en medewerkers laten zien in staat te zijn tot een stevige inhaalslag. Deze inhaalslag is met name in 2023 en 2024 succesvol gerealiseerd, mede dankzij heldere inhoudelijke sturing en actieve betrokkenheid van de medezeggenschap. De GV is trots op de behaalde resultaten. Vrijwel alle doelen binnen de zes kwaliteitsthema’s zijn (grotendeels) gerealiseerd.
Gedurende de hele periode is de medezeggenschap nauw betrokken geweest bij het proces, zowel op centraal als op facultair niveau. De samenwerking kenmerkte zich door regelmatige dialoog binnen de planning- en controlcyclus, transparante besluitvorming en tijdige informatievoorziening. Afwijkingen van de oorspronkelijke plannen zijn besproken en waar nodig ter instemming voorgelegd. Deze aanpak heeft bijgedragen aan een gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel en versterkt vertrouwen in het proces.
Vanaf 2022 is sterk ingezet op beter financieel inzicht in de VU-brede onderwijsprojecten, wat leidde tot een eerste inhaalslag in 2023 en een vervolg daarop in 2024. In 2023 zijn bestuurlijke gesprekken met faculteiten geïntensiveerd op basis van de financiële rapportages. Dit heeft geleid tot herallocatie waar nodig en een sterke inhaalbeweging in 2024. De medezeggenschap waardeert deze voortvarende aanpak en ziet dit als een belangrijke les voor toekomstig kwaliteitsbeleid: tijdige signalering en gezamenlijke sturing werken.
De GV waardeert in het bijzonder de inzet op thema’s zoals extra docenten en activerend onderwijs, waarin substantiële vooruitgang is geboekt. Tegelijkertijd zijn er aandachtspunten die in de komende jaren nadere invulling verdienen. Door de sombere financiële vooruitzichten in het hogere onderwijs, maakt de GV zich zorgen over de continuïteit van de ingezette kwaliteitsverbeteringen. Belangrijke zorgpunten voor de GV zijn de loopbaanperspectieven voor junior docenten, het intensiveren van het onderwijs en het borgen van studentenwelzijn.
Op basis van de gemaakte afspraken over de toekomstige bestedingen van de kwaliteitsgelden, verwacht de GV in de komende jaren actief betrokken te blijven bij de monitoring van deze bestedingen. De GV is reeds actief betrokken bij de inzet van de kwaliteitsmiddelen vanaf 2025 en heeft haar instemming al gegeven op het totale plan. Verder blijft de GV jaarlijks betrokken als medezeggenschap op de bestedingen van het flexibele deel, als jaarlijks onderdeel van de hoofdlijnen van de begroting.
Het is voor de GV van groot belang dat het positieve momentum gecreëerd door de inzet van kwaliteitsgelden behouden blijft in de periode na 2024, zodat we samen blijven bouwen aan kwalitatief hoogstaand en toekomstbestendig onderwijs.