7. Risicomanagement
Inleiding
Binnen de VU zijn risico’s geen zaken die ten alle tijden vermeden moeten worden, maar is risicomanagement een integraal en onmisbaar onderdeel van het op een beheerste en weloverwogen manier realiseren van doelen. Risicomanagement is bij de VU om die reden een belangrijk bestuurlijk aandachtspunt en een vast onderdeel in de planning- en controlcyclus. Voor het goed functioneren van risicomanagement is een cultuur waarin verantwoordelijkheid wordt genomen en waarin men elkaar vertrouwt en aanspreekt belangrijker dan de aanwezigheid van een veelheid aan regels en procedures, die niet altijd het gewenste effect sorteren.
Om risico’s effectief te signaleren, te bespreken en te beheersen, is het helder formuleren van strategische doelen van belang. Dit heeft voor de VU als geheel plaatsgevonden in het instellingsplan Strategie VU 2020-2025 en voor de eenheden in de eigen meerjarenplannen. Eenmaal per twee jaar worden VU-breed, en jaarlijks door de decentrale eenheden, risicobijeenkomsten gehouden om gezamenlijk de belangrijkste actuele risico’s te benoemen en te prioriteren. Daarbij wordt aangegeven in welke mate aan belangrijke risico’s voldoende dan wel nog onvoldoende aandacht wordt besteed.
Het risicomanagement wordt verder geborgd door activiteiten op het gebied van control en audit. Bij de jaarplannen van de eenheden zijn risicoparagrafen opgesteld, die in het verdere verloop van de planning- en controlcyclus worden gevolgd met betrekking tot ontwikkeling en beheersing van risico’s.
Verdere ontwikkeling van risicomanagement: relatie met implementatie strategische ambities
Wij streven naar continue verbetering van het risicomanagement binnen de VU. Een belangrijk aandachtspunt is het bepalen van de risicobereidheid, de inventarisatie van risico’s en beheersmaatregelen voor de implementatie van de Strategie VU 2020-2025. Door middel van een VU-brede strategische conferentie is per strategische ambitie en speerpunt uit de strategie gesproken over risico’s en risicobereidheid. De uitkomsten van deze conferentie zijn gedeeld met de verschillende strategiekernteams, die de implementatie van de ambities trekken, de faculteitsbesturen en de directeuren van de diensten. Hiermee zijn de uitkomsten van de conferentie betrokken in de verdere uitwerking van de ambities en speerpunten uit de strategie. Deze uitkomsten vormen de basis voor risicomanagement binnen de VU.
Risicobereidheid
Binnen de VU wordt risicobereidheid expliciet geformuleerd in zogeheten risicobereidheids-verklaringen of ‘risk appetite statements’. De risicobereidheid of ‘risk appetite’ is de mate, waarin de VU bereid is risico’s te nemen in de realisatie van haar doelstellingen. Deze risicobereidheid wordt jaarlijks bij het opstellen van het jaarverslag opnieuw beoordeeld. De mate waarin de VU bereid is risico’s te lopen bij de realisatie van haar doelstellingen verschilt per doelstelling, onderwerp en per risicocategorie. Zo ontstaat een algeheel en een (mogelijk) per onderwerp gedifferentieerd beeld van risicobereidheid.
Hierbij maakt de VU onderscheid tussen enerzijds de belangrijkste algemene aandachtsgebieden voor het risicomanagement, en anderzijds de specifiek gekozen strategische ambities en speerpunten. Hieronder zijn deze risicobereidheidsverklaringen beide weergegeven.
(a) Risicobereidheid inzake de belangrijkste algemene aandachtsgebieden
Aandachtsgebieden | Risicocategorie | Risicobereidheid | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Financieel | Vermijdbaar Extern | Laag | De VU stuurt op een solide financiële positie om primair de continuïteit van onderwijs en onderzoek inclusief ondersteuning te waarborgen en secundair de toegang tot de financiële markten zeker te stellen. De VU is niet bereid risico’s te lopen die de convenanten met onze externe financiers in gevaar brengen. Voor de signaleringsgrenzen van de onderwijsinspectie geldt dat deze niet structureel onder- dan wel overschreden mogen worden, afhankelijk van de ratio. | ||
Operationeel | Vermijdbaar | Laag | De VU richt zich vooral op het behoud van de continuïteit van onze primaire en ondersteunende processen. We streven ernaar de risico’s die deze continuïteit in gevaar kunnen brengen zoveel mogelijk te beperken. Onze risicoacceptatie is in dit verband dan ook laag. Voorbeelden zijn personeel, huisvesting, IT-infrastructuur, facilitaire ondersteuning en (financiële) informatievoorziening. | ||
Compliance | Vermijdbaar Extern | Zeer laag | De VU streeft ernaar te voldoen aan alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving. We hebben daarbij speciale aandacht voor wet- en regelgeving op het gebied van onderwijs- en onderzoekskwaliteit, integrale veiligheid, aanbestedingen, financial reporting, data- en cyberveiligheid en privacybescherming. We hanteren een ‘zero tolerance’-beleid bij omkoping en corruptie, fraude en alle andere vormen van (strafbaar) ongewenst gedrag. Hierbij realiseren we ons dat een risicobereidheid van “nul” niet garandeert dat elke overtreding kan worden uitgesloten. Daarom is de bereidheid “zeer laag”. |
(b) Risicobereidheid inzake de implementatie van de strategische ambities en speerpunten
Op basis van de uitkomsten van de genoemde VU-brede strategische conferentie over de risico’s bij de implementatie van de Strategie 2020-2025 is een risicobereidheidsverklaring per strategische ambitie en speerpunt bepaald. Deze is weergegeven in de onderstaande tabel.
Nr. | Strategische ambities en speerpunten | Risicobereidheid | Toelichting[1] |
---|---|---|---|
1 | Duurzaam | Hoog | Duurzaamheid is voor de VU van vitaal belang. We zetten in op het duurzaam en gezond functioneren van onze universiteit, onze gemeenschap, werknemers en studenten en op het duurzaam en efficiënt inzetten van schaarse middelen. Ook in onderwijs en onderzoek wordt duurzaamheid een steeds belangrijker thema. In investeringsafwegingen worden duurzaamheidsaspecten dan ook expliciet meegewogen, ook als dit betekent dat op korte termijn een duurzame oplossing meer middelen vraagt. De VU hanteert hiervoor een hoge risicoacceptatie. |
2 | Ondernemend | Hoog | Wij willen meerwaarde creëren voor de samenleving. Daartoe moeten de inhoudelijke expertise, competenties en persoonlijke vaardigheden van studenten, promovendi, wetenschappers en professionals op de juiste manier aangesproken worden. Dit vraagt een ondernemende houding. Op de VU betekent dat: kansen zien, creëren en benutten. Creatief zijn en lef hebben. Je verantwoordelijkheid nemen. Risico’s durven nemen en durven experimenteren. Daarbij accepteert de VU dat ook kan betekenen dat sommige ondernemende initiatieven mislukken. Door een goede governance en begeleiding van start-ups en ondernemende initiatieven maakt de VU deze risico’s verantwoord en zullen deze opwegen tegen ‘valorisatie’ successen. |
3 | Divers | Gematigd tot hoog | Diversiteit is nauw verbonden met de identiteit van de VU. De VU is ervan overtuigd dat diversiteit bijdraagt aan de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en samenwerkingen ten goede komt. De VU includeert nadrukkelijk alle medewerkers en studenten met al hun onderlinge verschillen. De VU hanteert hiervoor een gematigd tot hoge risicoacceptatie. |
4 | Ontwikkelen van toekomstbestendige onderwijsvormen | Gematigd | We maken ons onderwijs toekomstbestendig en sluiten het aan op de veranderende vraag met: a. A Broader Mind for Students b. Gepersonaliseerd leren en leren op maat De VU is bereid gematigde risico’s te nemen bij het nastreven van deze ambitie. |
5 | Ontwikkelen van Leven Lang Ontwikkelen (LLO) | Gematigd tot hoog | Voor een structureel en VU-breed LLO-beleid bundelen we onze kennis en krachten en versterken we ons netwerk met alumni en met partners buiten de universiteit. Ook gaan we zorgen voor de juiste facilitaire voorzieningen die aansluiten bij de behoeften en passend zijn voor dit type onderwijs. Dit vergt investeringen die zich pas op langere termijn zullen terugbetalen, maar wenselijk zijn voor realiseren van deze maatschappelijke doelstelling. De VU hanteert hiervoor een gematigd tot hoge risicoacceptatie. |
6 | Versterken van de focus en positie in onderzoek | Hoog | In toenemende mate wordt het onderzoek geclusterd rond onze vier profielthema’s. We streven niet alleen naar versteviging van de interne samenwerking om de vier profielthema’s beter uit te werken en neer te zetten, maar ook naar hechtere banden met externe partners om die van meet af aan bij het (toepassingsgerichte) onderzoek te betrekken (‘inclusief onderzoek’). De VU hanteert hiervoor een hoge risicoacceptatie. |
7 | Verbeteren van onze wetenschappelijke reputatie | Laag | Voor een universiteit die de ambitie heeft om tot de internationale top te blijven behoren en die op wetenschappelijke en grote maatschappelijke onderwerpen een impactvolle bijdrage levert, is het cruciaal dat deze bijdragen nationaal en internationaal bekend zijn. Het bewaken en versterken van onze wetenschappelijke integriteit is essentieel voor de toekomst van onze universiteit. Het doel is de reputatie van de VU in binnen- en buitenland in overeenstemming te brengen met het hoge niveau van haar wetenschappelijk onderzoek. De VU hanteert hiervoor een lage risicoacceptatie. |
8 | Impact door onderwijs en onderzoek d.m.v. valorisatie | Hoog | Onze ambitie voor 2025 is dat valorisatie een gelijkwaardige plaats heeft in onze activiteiten en ons beleid, naast onderwijs en onderzoek. Oók in de erkenning en waardering van onze medewerkers en op onze campus. Tegelijkertijd gaan we ondernemerschap en een ondernemende houding vanzelfsprekend maken voor onze studenten en medewerkers. De hierbij gemaakte risico afweging is analoog aan speerpunt 2 ‘ondernemend’. De VU hanteert hiervoor een hoge risicoacceptatie. |
9 | Ontwikkelen van een evenwichtig systeem van erkennen en waarderen | Hoog | Onderzoek, onderwijs en valorisatie zijn gelijkwaardige kerntaken. We vragen van onze medewerkers leiderschap, een ondernemende geest en samenwerkingsgerichte houding. Daarom gaan we een meer diverse en evenwichtige manier van erkennen en waarderen ontwikkelen, die recht doet aan ieders talent én die ook de werkdruk/werklast breder verdeelt. Deze verandering kan negatieve impact op de positie van de VU (en VU-wetenschappers) hebben in de huidige rankings. De VU hanteert hiervoor een hoge risicoacceptatie. |
10 | Verder digitaliseren van onze bedrijfsvoering, onderwijs, onderzoek en valorisatie | Laag | De wereld digitaliseert in hoog tempo. Ook voor de VU ligt er een opgave om via digitalisering een soepele en veilige infrastructuur te bieden voor studenten, professionals en individuen die zich verder willen ontwikkelen. Het grote belang van digitalisering voor onderwijs, onderzoek, valorisatie en bedrijfsvoering wordt door de VU onderkend, echter vanwege cybersecurity risico’s op de continuïteit van de universiteit, hecht de VU een groot belang aan digitalisering op een veilige doordachte manier boven snelheid. Voor de veiligheidsrisico’s hanteert de VU een lage risicoacceptatie. |
11 | Ontwikkelen van een bruisende en innovatieve campus | Gematigd | De VU-campus heeft een inclusief, open karakter en een internationale aantrekkingskracht. We willen met onze campus een gastvrije, groene en inspirerende omgeving zijn, waarin wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, en valorisatie excelleren, en waar mensen zich thuis voelen. De VU hanteert hiervoor een gematigde risicoacceptatie. |
12 | We maken onze organisatie slagvaardig en wendbaar | Gematigd | Om goed te kunnen inspelen op een veranderende toekomst, hebben we een slagvaardige en wendbare organisatie nodig. Dit vraagt om heldere keuzes, snelle besluitvorming, korte lijnen, daadkracht, eigenaarschap en een efficiënte manier van werken binnen de (gegeven) risicokaders. De VU hanteert hiervoor een gematigde risicoacceptatie. |
- 1 Bron: VU Strategie 2020-2025
Structurele risico’s
Binnen de VU wordt structureel aandacht besteed aan signalering en beheersing van vermijdbare en externe risico’s op het gebied van onderwijskwaliteit (binnen de cyclus onderwijskwaliteitszorg), (integrale) veiligheidsthema’s binnen de desbetreffende eenheden zoals fysieke veiligheid en arbeidsomstandigheden (Arbodienst), sociale veiligheid (HRMAM, FCO, BJZ en SOZ) wetenschappelijke integriteit, data- en cyberveiligheid (IT), privacybescherming (Bestuurszaken), compliance en fraude (o.a. Bestuurszaken, Financiën). In de Commissie Integrale Veiligheid VU wordt de integraliteit van veiligheidsthema’s besproken, afgestemd en getoetst aan de Veiligheidsvisie VU. De risicobereidheid van dit type risico’s varieert, afhankelijk van het onderwerp, van laag naar zeer laag.
Specifieke risico’s & risico-inventarisatie
Daarnaast is sprake van meer specifieke risico’s die op dit moment actueel zijn, maar na verloop van tijd naar verwachting minder belangrijk zullen worden in termen van bewaking en te nemen (extra) maatregelen.
Uit de meest recente risico-inventarisatie komen de onderstaande risico’s als de op dit moment meest belangrijke risico’s naar voren. De gedetailleerde uitwerking van de risico-inventarisatie (inclusief onder andere trends en maatregelen) is opgenomen als separate bijlage bij dit jaarverslag. Onderstaand zijn de belangrijkste specifieke risico’s die de VU onderkent en hun ontwikkeling beknopt samengevat:
Strategische risico’s, met betrekking tot het behalen van strategische doelen:
-
Personeel (met name de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt en werkdruk): ondanks de aanwending van extra middelen in het afgelopen jaar ten behoeve van uitvoering van werkdrukplannen en extra middelen uit het jaarplan ten behoeve van de uitbreiding van capaciteit, de grote veranderingen in de bedrijfsondersteunende systemen, de hoge instroom van studenten, blijft de aanhoudend hoge werkdruk onder wp en obp een belangrijk en urgent aandachtspunt.
Naast de hiervoor genoemde factoren is ook de schaarste op de arbeidsmarkt een belangrijk risico. Deze schaarste, in combinatie met de stijging van de loonkosten als tegemoetkoming voor de hoge inflatie, kan ervoor zorgen dat het nog lastiger wordt om posities in te vullen en de werkdruk acceptabel te houden. Aan de andere kant zijn en worden in het kader van de bijsturingsopgave maatregelen getroffen die een rem zetten op het aantal vacatures; dit maakt de (specifieke) vacatures die er wel zijn echter niet per definitie eenvoudiger te vervullen. -
Campusontwikkeling (projectuitvoering, kosten): dit risico is per saldo gelijk gebleven aan voorgaand jaar. Hoewel het besef in de organisatie groeit dat voorzieningen niet lineair mee kunnen groeien en ‘anders gebruiken’ van wat er is cruciaal is, kan dit in voorkomende gevallen alsnog tot onvrede leiden bij studenten, personeel, partners en huurders. De risico’s in de projectuitvoering op de aspecten tijd (vertraging) en geld (aanhoudende kostenstijgingen in de bouwsector in combinatie met de stijgende inflatie en stagnatie materiaalstromen) blijven voorlopig bestaan. Daarnaast leidt een hoger aantal studenten dan voorzien tot een tekort aan onderwijsfaciliteiten.
-
‘VUture’: De wereld binnen en buiten de VU verandert snel. Van universiteiten wordt verwacht dat ze snel kunnen inspelen op maatschappelijke veranderingen. Geconstateerd is dat er een aantal problemen is in de interne bedrijfsvoering ten aanzien van structuur, cultuur en samenwerking. Om deze aan te pakken en om de strategische ambities van de VU gezamenlijk te kunnen realiseren, is de VU een veranderprogramma gestart gericht op vermindering van bureaucratie, regels en verkokering tussen eenheden en op vergroting van de flexibiliteit en slagkracht. Door ons gezamenlijk te richten op positieve verbeteringen: hoe maken we de VU samen beter? Het CvB heeft maatregelen genomen om de organisatie hier zo goed mogelijk van op de hoogte te houden en het draagvlak te bevorderen.
Vermijdbare risico’s, met betrekking tot continuïteit en de kwaliteit van de primaire en ondersteunende processen:
-
Beheersingsprocessen en informatievoorziening: de afgelopen jaren is dit risico voornamelijk benaderd vanuit het project optimalisatie bedrijfsvoering, terwijl dit risico meer omvat. Het risico omvat het hebben van onvoldoende of niet de juiste informatievoorziening, met name op het gebied van (strategische) managementinformatie. Dit vormt op termijn tevens een strategisch risico.
-
IT-infrastructuur: dit risico neemt ondanks de genomen maatregelen nog steeds toe, met name als gevolg van het gestegen risico op cyberaanvallen en dataveiligheid. Daarnaast is de bemensing van de dienst IT een knelpunt (vacatures) waardoor de voortgang van projecten beïnvloed wordt en de kwaliteit van de dienstverlening onder druk staat. Om dit risico te beperken is er een programma gestart voor het bepalen en verbeteren van het informatiebeveiligings (IB) volwassenheidsniveau.
-
Compliance: dit risico is stabiel, maar blijft gezien de potentiële impact op de reputatie van de VU een continu aandachtspunt.
Externe risico’s, met oorzaken van buitenaf:
-
Bekostiging van onderwijs, onderzoek en valorisatie: dit risico stijgt en blijft daarmee ook een belangrijk aandachtspunt. Dit is het saldo van enerzijds: accent op onderwijskwaliteit en toename van onderwijslast legt beperking op aan beschikbare tijd voor onderzoek en valorisatie. Anderzijds: de uitkomsten vanuit het OCW kostenonderzoek door PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. bevestigen de noodzaak om zowel structureel als incidenteel de bekostiging van het WO te verhogen om het huidige niveau van het Nederlandse WO vast te houden en de in het regeerakkoord opgenomen ruimte voor investeringen bieden perspectief (afhankelijk van de daadwerkelijke implementatie) voor afname van de druk op de bekostiging van het WO. Daarnaast is inzet van publieke middelen voor publiek-private valorisatie activiteiten onderwerp van discussie en is een gewijzigde regelgeving van kracht die de mogelijkheden hiervoor inkadert en daarmee mogelijk beperkt.
De afgelopen jaren is regelmatig sprake geweest van incidentele aanvullende inkomsten vanuit het Rijk op een laat moment in het jaar waardoor het exploitatieresultaat per jaareinde werd verhoogd, omdat extra middelen niet meer (volledig) konden worden uitgegeven. De huidige trend is dat er steeds meer sprake is van geoormerkte bijdragen vanuit het Rijk, waarbij overschotten op middelen niet aan de orde zijn. Dit leidt tot een trendbreuk ten opzichte van de afgelopen jaren ten aanzien van bijdragen vanuit het Rijk. De trend ten aanzien van een groter aantal geoormerkte bijdragen vanuit het Rijk leidt ertoe dat er in toenemende mate een tekort ontstaat op de financiering van centrale ondersteuning (overhead), waaronder centrale bedrijfsvoering en huisvesting. Dit, in combinatie met onzekerheid over de ontwikkeling van de energieprijzen en de studenteninstroom en het veranderde economische perspectief, leidt ertoe dat het CvB in 2023 is gestart met een besparingsopgave voor het meerjarenperspectief. -
Sociale veiligheid: dit risico stijgt. Toenemende bewustwording en afnemende (maatschappelijke) acceptatie van diverse vormen van ongelijkwaardig gedrag leiden tot een toenemende meldingsbereidheid. Ook in 2024 blijft de VU alert op het voorkomen van ongewenst gedrag. De VU vindt het belangrijk dat iedereen die ongewenst gedrag ervaart zich vrij voelt om dat aan de orde te stellen, een melding te doen of een klacht in te dienen. Incidenten worden zorgvuldig onderzocht. Verder werkt de VU middels het Programma Sociale veiligheid aan het verder optimaliseren van beleid, structuren en voorzieningen ten behoeve van zowel preventie als de respons op en afhandeling van eventuele incidenten.
-
Welzijn: dit risico is gestabiliseerd, maar blijft een aandachtspunt. De gevolgen van de corona-maatregelen op met name het sociale welzijn van studenten is nog steeds een actueel punt. Ook medewerkers worden hier (incidenteel) nog door geraakt. Hiervoor geldt dat de VU te maken heeft met bredere maatschappelijke effecten. De vraag hoever de zorgplicht van de VU als onderwijsinstelling en werkgever kan en moet reiken is hierbij relevant.
-
Marktwerking energiemarkt: dit risico daalt. Als gevolg van de energiecrisis zullen ook voor de VU de energielasten naar verwachting de komende de jaren een structureel hoger zijn. Gegeven de urgentie die duurzaamheid politiek en maatschappelijk (en ook binnen de VU) heeft en de prijsontwikkeling in de energiemarkt, is het belang van het maken van de omslag naar duurzame energievoorziening groot. We zullen als VU op zoek gaan naar energie besparingsmaatregelen en we volgen de ontwikkelingen nauwlettend en zoeken, al dan niet via de UNL, contact met de politiek.
Overige onderwerpen
Rijksbeleid: voortdurende aandacht is er ook voor externe risico’s die voortkomen uit mogelijke veranderingen van het rijksbeleid op het gebied van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Dit betreft niet alleen de bekostiging, maar zeker ook wet- en regelgeving omtrent het WO en studiefinanciering en dergelijke. Veranderingen daarin kunnen grote gevolgen hebben voor de instelling. Het rijksbeleid wordt dan ook in samenwerking met de UNL nauwlettend gevolgd; waar nodig wordt actief met de politiek gecommuniceerd om voor de VU nadelige gevolgen van het rijksbeleid te mitigeren.
Internationalisering van het onderwijs: het ministerie van OCW werkt aan een wetsvoorstel om de instroom van internationale studenten te beheersen. De academische gemeenschap van de VU is divers, met een mix van Nederlandse en internationale stafleden en studenten. De VU erkent en waardeert deze diversiteit, die niet alleen betrekking heeft op nationaliteit, maar ook op taal, religie en achtergrond. Deze diversiteit is een enorme meerwaarde voor het VU-onderwijsklimaat, zodat studenten tijdens hun studie ervaring opdoen met andere perspectieven en deze leren gebruiken om een waardevolle bijdrage te kunnen leveren aan de uitdagingen waar we als samenleving voor staan. De VU ziet echter ook de uitdagingen waar we voor staan in het faciliteren van internationale studenten. Als universiteit nemen we zelf ook onze verantwoordelijkheid om de knelpunten op te lossen en de langverwachte wettelijke sturingsinstrumenten gaan daar hopelijk bij helpen. Het beleid wordt dan ook in samenwerking met de UNL nauwlettend gevolgd; waar nodig wordt actief met de politiek gecommuniceerd om voor de VU nadelige gevolgen van het rijksbeleid te mitigeren.
Bijsturingsopgave: we leven in economisch uitdagende tijden, die ook de VU raken. We hebben te maken met sterk veranderende (externe) omstandigheden. Geopolitieke verhoudingen staan onder druk, (energie)prijzen zijn gestegen en ook de VU heeft te maken met krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast is er sprake van een trendbreuk in de toewijzing van (bijzondere) middelen vanuit de rijksoverheid. Dit leidt ertoe dat we onze kostenontwikkeling onder de loep moeten blijven nemen. Het uitgangspunt is hierbij dat de continuïteit van onderwijs en onderzoek gewaarborgd blijft en dat er ruimte moet zijn voor nieuwe ontwikkelingen. We kijken naar de mogelijkheden om te besparen door zaken doelmatiger te doen of te heroverwegen of activiteiten in deze nieuwe context nog steeds evenveel prioriteit hebben.
Kennisveiligheid ten aanzien van internationaal samenwerken: binnen de VU wordt intensief en steeds meer internationaal samengewerkt zowel ten aanzien van onderwijs, onderzoek en valorisatie. De mondiale en geopolitieke ontwikkelingen vergen bij internationale samenwerking in toenemende mate aandacht ten aanzien van kennisveiligheid in de brede zin van dit begrip. Daarbij gaat het niet alleen om het voorkomen van ongewenste overdracht van sensitieve kennis en technologie die op onze universiteit aanwezig is maar ook om ethische kwesties in samenwerking met landen die grondrechten niet respecteren. Tevens heeft de VU te maken met internationale sanctiemaatregelen die de samenwerking met individuele wetenschappers, wetenschappelijke instituten en/of hele landen verbieden. Het is denkbaar dat actuele geopolitieke ontwikkelingen aanleiding geven tot verdere uitbreiding van sanctiemaatregelen. Het te allen tijde garanderen van de academische vrijheid en wetenschappelijke integriteit van de samenwerkingen die de VU aangaat met internationale partners vormen daarbij een absolute randvoorwaarde. Het garanderen van kennisveiligheid in deze brede zin vraagt een continue alertheid. de VU heeft dan ook in 2023 het Kader Kennisveiligheid (voor het aangaan van nieuwe samenwerkingen of verlengen daarvan) vastgesteld, maar werkt ook aan de verdere (beleids)ontwikkeling van kennisveiligheid (in o.a. handvatten, maatregelen en systemen).
- 1 Bron: VU Strategie 2020-2025