Het resultaat van de Stichting VU 2023 bedraagt € 11,6m. Dit is € 0,1m lager dan het begrote resultaat van € 11,7m. In de volgende paragrafen wordt een nadere toelichting gegeven op dit resultaat.

Nadere duiding resultaat 2023

Het resultaat 2023 ligt in lijn met de begroting. Er zijn naast de hogere BTW pro rata, de correctie op de zwaartekrachtgelden, de lagere afschrijvingskosten en de niet bestede studievoorschotmiddelen, geen andere grote posten die een onvoorziene materiële invloed op het resultaat hebben.

De inzet van de Studievoorschotmiddelen ligt met een realisatiepercentage van 92% goed op schema. Het effect van het strakker monitoren en bespreken van deze inzet blijft zijn vruchten afwerpen.

Het resultaat van de VU bevat een aantal incidentele posten die het resultaat 2023 beïnvloeden. In onderstaand overzicht is een resultaatanalyse gemaakt waarbij onderscheid is gemaakt tussen incidentele posten en reguliere bedrijfsvoering.

Toelichting op de belangrijkste incidentele resultaatseffecten:

• Verrekening pro rata BTW (incl. rente): door gewijzigde regelgeving is met terugwerkende kracht over de periode 2018 tot 2022 € 4,1m ontvangen. Over de naverrekening 2018-2022 is tevens rente ontvangen ad € 0,8m. Deze bedragen waren niet opgenomen in de begroting en zorgen voor lagere overige instellingslasten.

• Afschrijvingslasten : De afschrijvingslasten zijn € 5,9m lager dan begroot.

• De grootste afwijkingen in de afschrijvingslasten zijn:

• • Dienst Informatietechnologie: € 3,8m door lagere realisatie van het investeringsprogramma;

  • Facilitaire Campus Organisatie: € 1,6m door later dan geplande investeringen en activeringen in Services en NU gebouw;

  • Dienst Student en Onderwijszaken: € 0,9m door een vertraging bij van het vervangen van software;

  • De VU Holding heeft hogere afschrijvingskosten (€ 0,4m) dan verwacht en dempt daarmee het verschil.

• Studievoorschotgelden : De overbesteding in 2023 ten opzichte van de ontvangen middelen van OCW leidt tot een extra last in 2023 van € 0,4m.

• Correctie zwaartekrachtprojecten: Er heeft een correctie plaatsgevonden op een zwaartekrachtproject, de gelden van het project zijn in 2021 ten gunste van het resultaat gekomen in plaats van een overboeking naar de balans. De negatieve impact van deze boeking bedraagt in 2023 € 4,3m.

Gecorrigeerd voor bovenstaande effecten is het resultaat € 4,1m. Dit is € 7,6m lager dan begroot.

Een nadere analyse van dit verschil met de begroting bestaat onder andere uit de volgende elementen:

• Rijksbijdrage: De extra rijksbijdragen bestaan met name uit loon-/ prijscompensatie en starters- en stimuleringsbeurzen; de extra toewijzingen betreffen, naast de verdeling van de extra rijksbijdragen, voor projecten gereserveerde beleidsmiddelen.

• Niet gerealiseerde besteding niet-normatieve rijksbijdrage: Een groot deel van deze middelen is in 2023 nog niet ingezet, deze middelen zijn de balans gereserveerd voor besteding in de komende jaren.

• Hogere collegegelden: De collegegelden zijn gestegen ten opzichte van de begroting doordat er minder studenten waren die het verlaagde wettelijk collegegeld tarief betaalden en meer studenten die het normale tarief betaalden. Daarnaast zijn er meer studenten aangemeld die het instellingstarief betaalden dat is verhoogd ten opzichte van de tarieven in de begroting.

• Onttrekking bestemmingsreserve: De BETA-faculteit heeft € 1,7m onttrokken aan de bestemmingsreserve in verband met de sectorplanmiddelen voor BETA & Techniek I.

• Personele voorzieningen: veroorzaakt door hogere dotatie voor de ontslaglastenvoorziening . Deze dotatie is ontstaan doordat er meer mensen gebruik hebben moeten maken van een WW-uitkering.

• Rentebaten en -kosten: Deze lagere kosten worden veroorzaakt door het saldo van hoger dan begrote creditrente op de banksaldi medio 2023 en de hogere bouwrente. Een drukkend effect heeft de toename ineffectiviteit van de derivatenportefeuille.