Inleiding
Inleiding
In september 2021 is het VU Kwaliteitsplan Onderwijs 2.0 door OCW goedgekeurd. In dit bijgestelde plan is als gevolg van de uitbraak van COVID-19 het accent in activiteiten meer komen te liggen op de transformatie om activerend en blended onderwijs te stimuleren via innovatieve vormen van digitaal en fysiek onderwijs. Ons Kwaliteitsplan Onderwijs beschrijft hoe we de ontvangen studievoorschotmiddelen inzetten om met ons onderwijs de beste kwaliteit te leveren aan onze studenten. Dit is uitgewerkt in de vorm van kwaliteitsafspraken met de minister van OCW. In 2022 is door de NVAO een tussentijdse beoordeling van de Kwaliteitsafspraken uitgevoerd, gebaseerd op het VU Jaarverslag 2021. In oktober 2022 heeft de NVAO met genoegen laten weten dat het jaarverslag goed inzicht geeft in de voortgang van de voornemens in het kader van de Kwaliteitsafspraken. De minister van OCW heeft op basis van het advies van de NVAO in mei 2023 een positief besluit genomen over de toekenning van de kwaliteitsmiddelen tot en met 31 december 2024 vanwege de gerealiseerde kwaliteit.
Monitoring en dialoog over het kwaliteitsplan
Informatievoorziening via de P&C cyclus
De monitoring van de uitvoering van het kwaliteitsplan vindt plaats via de reguliere P&C-cyclus. Zowel op facultair als VU-breed niveau wordt de voortgang van de kwaliteitsafspraken en de besteding van de studievoorschotmiddelen periodiek gemonitord binnen de reguliere planning en control-cyclus van de VU en de documenten die in dat kader worden opgesteld (Kadernota, Jaarplan, periodieke voortgangsrapportages en Jaarverslag). Het (facultaire) Kwaliteitsplan is twee keer per jaar onderdeel van gesprek tussen (facultaire) bestuur en (facultaire) medezeggenschap. Ten aanzien van de besteding van het jaarlijkse bedrag aan studievoorschotgelden, geldt dat de invulling hiervan wordt bepaald door de meerjarige kaders zoals vastgelegd in het Kwaliteitsplan Onderwijs VU 2.0 en in de facultaire meerjarenplannen waaruit dit Kwaliteitsplan is opgebouwd. Afwijkingen ten opzichte van die kaders worden ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschap. Er zijn in 2023 geen grote afwijkingen ten opzichte van deze kaders geweest die opnieuw ter instemming zijn voorgelegd aan de centrale medezeggenschap. De afwijkingen binnen de facultaire meerjarenplannen zijn afgestemd met de facultaire medezeggenschap binnen de reguliere P&C-cyclus.
De reflectie van de medezeggenschap op proces en resultaat is aan het eind van dit hoofdstuk opgenomen.
De voortgang ten aanzien van de facultaire plannen is ook onderdeel van bespreking in de bestuurlijke overleggen tussen faculteitsbestuur en CvB. In het bestuurlijk overleg in het voorjaar wordt verantwoording afgelegd over de realisatie van de plannen en in het najaar gaat het over de begroting van het aankomend kalenderjaar. De kwaliteitsafspraken zijn steeds expliciet onderdeel van de bestuurlijke overleggen geweest.
De kwaliteitscommissie van de RvT is elke vergadering op de hoogte gesteld van de stand van zaken door middel van een mededeling waarin de actuele zaken verwerkt zijn. De RvT is via het jaarverslag en jaarplan/begroting ook aangesloten op de financiële voortgang van het Kwaliteitsplan. De reflectie van de RvT op proces en realisatie is aan het eind van dit hoofdstuk opgenomen.
Sturing van de projecten
De VU-brede programma’s en projecten vallen onder de verantwoordelijkheid van vijf stuurgroepen. De sturing van het gehele portfolio aan projecten valt onder de verantwoordelijkheid van een werkgroep die namens het Overleg van Portefeuillehouders Onderwijs de algehele voortgang van het centrale deel van het plan bewaakt (werkgroep onderwijsprojecten VU). De leden van deze werkgroep hebben ook zitting in de stuurgroepen (1 lid per stuurgroep). De studentmedezeggenschap is ook standaard vertegenwoordigd in elke stuurgroep.
De sturing middels de stuurgroepen en werkgroep onderwijsprojecten loopt goed, de projecten kunnen goed gevolgd worden.
In het bestuurlijk overleg in het najaar van 2023 is op basis van de periodieke financiële rapportage de uitputting van de studievoorschotmiddelen scherp in de gaten gehouden en eventuele onderbesteding en herallocatie besproken indien daar aanleiding toe was.
De afgelopen periode is ingezet op beter financieel inzicht in de onderwijsprojecten. De juiste prognoses en realisaties worden steeds relevanter omdat we als uitgangspunt hanteren dat de studievoorschotmiddelen uit ons Kwaliteitsplan uiterlijk 2024 uitgegeven moeten zijn.