Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

12. Bestuursakkoord hoger onderwijs en wetenschap

Op basis van het Bestuursakkoord 2022 hoger onderwijs en wetenschap d.d. 14 juli 2022 ontvangt de VU met ingang van 2022 via de rijksbijdrage extra middelen voor starters- en stimuleringsbeurzen en voor nieuwe sectorplannen. Hierbij zijn ook afspraken gemaakt over de monitoring en verantwoording van deze extra gelden. Onderdeel van die afspraak is dat de instellingen zich jaarlijks verantwoorden via een apart hoofdstuk ‘Bestuursakkoord hoger onderwijs en wetenschap’ in het jaarverslag. Hierin dienen de onderwerpen uit het bestuursakkoord op een herkenbare manier terug te komen. De rapportage moet ingaan op bestaande en de aanvullend overeengekomen indicatoren conform bijlage 2 bij het bestuursakkoord. Daarnaast zijn in het bestuursakkoord afspraken gemaakt over de gegevens die in het jaarverslag worden opgenomen inzake de starters- en stimuleringsbeurzen.

In dit hoofdstuk rapporteren wij over de stand van zaken op de onderwerpen ‘starters- en stimuleringsbeurzen’, ‘sectorplannen’ en ‘studentenwelzijn’, waarbij wij aangeven op welke wijze wij in 2023 de extra middelen hebben ingezet die wij op basis van het Bestuursakkoord hebben ontvangen voor deze onderwerpen. Voor de rapportage over de afgesproken indicatoren voor ‘werkdruk’ (verhouding vast en tijdelijk WP) en ‘werkdruk’ (genderbalans in-, door- en uitstroom studenten en medewerkers) verwijzen wij naar het hoofdstuk Personeel.

Ten aanzien van de verantwoording op de sectorplannen volstaan wij voor het Jaarverslag met een beknopte rapportage, omdat de verantwoording over de voortgang van de sectorplannen voornamelijk plaatsvindt via een landelijke monitoringscommissie per sectorplan.