Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Sectorplannen

In zijn ambitie om een gezond en duurzaam stelsel voor hoger onderwijs en wetenschap vorm te geven, investeert OCW structureel in de sectorplannen met een jaarlijkse bijdrage van € 200m Binnen vier domeinen, sociale- en geesteswetenschappen, bètawetenschappen, technische wetenschappen en medische wetenschappen is samengewerkt om tot een beeld van de sector te komen. Op basis daarvan hebben de instellingen keuzes gemaakt waarmee gericht onderzoeks­capaciteit kan worden uitgebreid. Het doel is om het fundament van wetenschapsgebieden te versterken en meer ruimte te bieden aan onderzoekstalent.

Voor de besteding van de jaarlijkse bijdrage van € 200 miljoen zijn de volgende sectorplannen opgesteld:

  1. Sectorplan bètawetenschappen: Voor een sterker fundament, € 50m per jaar Verbindende thema’s zijn klimaat, energie, gezondheid, biodiversiteit en informatica. De VU kiest met name voor de interdisciplinaire samenwerking van Aard- en Milieuwetenschappen.

  2. Sectorplan Social Sciences and Humanities (SSH): Samen sterker. Investeren in onderzoek door sociale en geesteswetenschappen, € 70m per jaar. De samenwerking in deze domeinen is georganiseerd in een interdisciplinair programma rond welvaart, participatie en burgerschap in een digitale wereld. De sociale wetenschappen zetten in op vijf speerpunten, waaronder veerkracht bij de jeugd, de menselijke factor in nieuwe technologieën en maatschappelijke ongelijkheid. De geesteswetenschappen kiezen voor het versterken van de basis van het onderzoek en onderwijs in de moderne vreemde talen en het Nederlands. Rechtsgeleerdheid en Economische en Bedrijfswetenschappen zijn betrokken bij de interdisciplinaire plannen. De Rechtsgeleerdheid zit midden in de uitvoering van een sectorplan, waarbij de VU heeft gekozen voor Empirical Legal Studies.

  3. Het sectorbeeld ‘Versnellen op gezondheid’ is uitgewerkt tot het Sectorplan Medische en Gezondheidswetenschappen, € 60m per jaar. Het plan is toegespitst op drie thema’s: 1) Preventie, 2) Datagedreven innovatie en 3) Van fundamenteel onderzoek tot kliniek en praktijk.

  4. Sectorplan Ontwerpende Ingenieurswetenschappen: Vraag en capaciteit in balans, € 20m per jaar (80% via de eerste geldstroom en 20% via 2e geldstroom beschikbaar). Deze sectormiddelen zijn alleen beschikbaar voor de vier Technische Universiteiten. Het sectorplan richt zich op grote maatschappelijke uitdagingen als energie, duurzaamheid, landbouw, water en voedsel. Verder staan sleuteltechnologieën centraal.

Om de meest urgente knelpunten voor het hoger onderwijs zo snel mogelijk te adresseren, is er voor gekozen om vanaf 2022 al structureel € 60m beschikbaar te stellen. De toekenning van dit bedrag is gebaseerd op de hiervoor genoemde sectorplannen, waarbij voor de verdeling over de universiteiten is uitgegaan van hun aandeel in deze sectorplannen. In de loop van 2023 zullen de definitieve versies van de sectorplannen worden vastgesteld, op basis waarvan de definitieve verdeling van het landelijk beschikbaar budget van € 200m per jaar zal worden vastgesteld voor 2023 en verdere jaren. Op basis van het positieve advies dat de Nationale Commissie Sectorplannen op 23 maart 2023 heeft uitgebracht aan de minister van OCW over de huidige sectorplannen, gaan wij ervan uit dat de procentuele verdeling van de extra sectorplangelden over de universiteiten aan zal sluiten op de verdeling 2022.

De verantwoording over de voortgang van de sectorplannen zal plaatsvinden via een monitoringscommissie per sectorplan. Voor het meten van de voortgang en de bereikte resultaten zijn in de sectorplannen kritische prestatie indicatoren (KPI’s) opgenomen. In overleg met de monitoringscommissies zullen de KPI’s nader worden geconcretiseerd en aangescherpt met meetbare indicatoren voor de periode 2023-2028.

De VU participeert in de sectorplannen 1 t/m 3. De betrokken faculteiten aan de VU hebben deze sectorplannen meegenomen in de uitwerking van hun jaarplannen 2023, waarbij zij ook rekening hebben gehouden met het deel van middelen dat in 2022 al beschikbaar is gekomen. De gelden voor de nieuwe sectorplannen zijn door de minister aangemerkt als niet-normatieve rijksbijdrage. Dit betekent dat het deel van de toegewezen middelen over 2022 dat niet in 2022 zal worden besteed door ons niet als baten over 2022 is verantwoord, maar op de balans is gezet omdat de bestedingen na 2022 zullen plaatsvinden. Het aandeel van de VU in de toewijzing 2022 bedraagt € 4,307k (waarvan € 1.769k voor het sectorplan SSH, € 1,369k voor het sectorplan Medisch en € 1,169k voor het sectorplan Bèta). Van dit bedrag is € 1,085k besteed in 2022, € 955k voor het sectorplan Medisch en € 130k voor het sectorplan Beta.