Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Starters- en stimuleringsbeurzen

Starters- en stimuleringsbeurzen zijn een nieuw instrument dat moet zorgen voor een grotere stabiliteit en voorspelbaarheid van de onderzoeksfinanciering van universiteiten en umc’s. Het betreft niet-competitieve middelen. Doelen zijn: het stimuleren van ongebonden onderzoek en het verlagen van de werk-, competitie- en aanvraagdruk. In het bestuursakkoord zijn afspraken over verantwoording, monitoring en evaluatie opgenomen. Binnen de VU is eind 2022 met instemming van de medezeggenschap het bestedingsmodel vastgesteld voor de starters- en stimuleringsbeurzen. Op basis van dat model hebben alle faculteiten een bestedingsplan opgesteld, waarin zij aangeven hoe zij deze beurzen willen inzetten in de komende jaren. Dit bestedingsplan heeft betrekking op de middelen die de VU als starters- en stimuleringsbeurzen zal ontvangen over de jaren 2022 t/m 2024. In februari 2023 zijn alle facultaire bestedingsplannen goedgekeurd door het CvB en is de uitvoering van de plannen in gang gezet, waarbij ook de maatregelen zijn getroffen om te voldoen aan de gevraagde verantwoording op de beurzen. Binnen de VU zijn er in 2022 nog geen starters- en stimuleringsbeurzen toegekend aan onderzoekers, en dus zijn er in dat kader nog geen uitgaven geweest. Derhalve kan er in het jaarverslag 2022 nog geen verantwoording plaatsvinden van de toewijzing en de besteding van de beurzen. Vanaf 2023 zullen de faculteiten de eerste starters- en stimuleringsbeurzen toekennen. De ontvangen toewijzing aan starters- en stimuleringsbeurzen voor 2022 ad € 9,3m is door OCW aangemerkt als niet-normatieve rijksbijdrage. Aangezien er in 2022 nog geen bestedingen plaatsvinden, hebben wij dit gehele bedrag op de balans gezet en schuift dit door als baten naar volgende jaren omdat dan de bestedingen zullen plaatsvinden. Via het Jaarverslag 2023 kunnen we daarover voor het eerst verantwoording afleggen.