Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Kwaliteit

Onderwijskwaliteit

Ook in 2022 stond de continue verbetering van onze onderwijskwaliteit hoog op de agenda. De invoering van een nieuw digitaal evaluatiesysteem was aanleiding om het onderwijsevaluatiebeleid te herijken, waarbij – naast aandacht voor de kwantitatieve vakevaluaties – ook stevig ingezet wordt op andere, meer kwalitatieve methoden van evaluatie van het onderwijs. Dit heeft geleid tot een update van het hoofdstuk Onderwijsevaluatie  uit ons Handboek Onderwijskwaliteit.

Een belangrijke mijlpaal betrof het vaststellen van een visie op duurzaam en toekomstbestendig toetsen. De toetsvisie is uitgewerkt in drie ontwerpprincipes, gerelateerd aan de kernwaarden van de VU. De visie nodigt opleidingen en docenten uit op zoek te gaan naar de optimale balans tussen de formatieve dialoog en summatieve beoordelingsmomenten. Die formatieve dialoog beschouwen we aan de VU als een essentieel onderdeel van het leerproces van de student, passend bij ons Activerend Blended onderwijs.

Evaluatie en dialoog zijn ook leidend in ons systeem van kwaliteitszorg, waar de midterm review een vast onderdeel van is. In 2022 hebben rond de twintig opleidingen een peer review-bezoek gehad. De gerichte aanpak die daarbij wordt gevolgd heeft opleidingen verder gestimuleerd bij de verbetering en ontwikkeling van hun onderwijs en kwaliteitszorgcyclus. Deze permanente aandacht voor kwaliteitscultuur heeft in 2022 opnieuw geleid tot positieve resultaten bij visitaties in het kader van de externe accreditatie.

Docentkwaliteit en kennisuitwisseling

De kwaliteit van de docent bepaalt in belangrijke mate de kwaliteit van ons onderwijs. Goed onderwijs vraagt professionele en inspirerende docenten. We werken aan een visie op VU-docentschap en een update van het raamwerk onderwijsprestaties dat aansluit bij de visie op Erkennen en Waarderen.

Wij vinden het verder belangrijk docenten goed te scholen en te faciliteren tijdens hun onderwijscarrière. De VU heeft drie leergangen die aansluiten bij de loopfases van docenten en de verschillende rollen en taken binnen het onderwijs: de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO), de Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) en de Leergang Onderwijskundig Leiderschap (LOL).

In 2022 hebben 172 medewerkers hun BKO behaald. Hiermee komt het BKO-percentage binnen de VU eind 2022 op 84%, een lichte stijging ten opzichte van eind 2021 (83%). Dat is conform de streefwaarden uit de Onderwijsagenda 2018-2023. In totaal behaalden 36 VU-medewerkers in 2022 een SKO (doelstelling: per jaar 30 medewerkers). Daarmee komt het aantal medewerkers dat binnen de VU een SKO-kwalificatie heeft behaald eind 2022 uit op 231. Najaar 2022 startte de vijfde VU Leergang Onderwijskundig Leiderschap (LOL ‘22-‘23) met tien deelnemers afkomstig uit verschillende faculteiten. Het thema van de vijfde leergang is de waardering en erkenning van onderwijs in de loopbaan van wetenschappers. De leergang is bestemd voor wetenschappelijke medewerkers op regiefuncties in het onderwijs, zoals portefeuillehouders onderwijs en opleidingsdirecteuren.

Daarnaast zijn er diverse activiteiten zoals workshops, cursussen en intervisie, die met de leergangen een doorlopend ontwikkelpad voor docentprofessionalisering vormen: van start-to-teachdag voor beginnende docenten tot na de LOL. In 2022 hebben pilots uit 2021 een structurele plek gekregen in de professionaliseringslijn. Dit betreft onder meer het traject voor promovendi om hun BKO te halen, intervisiegroepen voor docenten, en de leergang Bouwen aan sterke onderwijsteams. Verder zijn nieuwe pilots ontwikkeld en gestart, zoals de Seniorkwalificatie examinering, een individueel SKO-traject en een broedplaats voor junior docenten.

Teaching Culture Survey

In mei 2022 is voor de tweede keer de Teaching Culture Survey onder het wetenschappelijk personeel van de VU gehouden. Dit is een internationale enquête naar de ruimte en waardering die wetenschappelijk personeel krijgt en ervaart voor onderwijstaken in vergelijking met andere taken, waaronder onderzoekstaken. De survey werd eerder afgenomen in 2019. De resultaten van 2022 geven aan dat, hoewel de academische gemeenschap aan de VU positief is over het draagvlak voor het universitaire onderwijs, ze graag zou zien dat het universitair onderwijs meer erkenning krijgt binnen de academische loopbaan (in beoordeling en promotie). De perceptie van de VU-deelnemers van de waardering van het onderwijs is ongeveer gelijk aan die in 2019; er is geen significante verandering opgetreden in de percepties of ervaringen van VU-deelnemers over hoe universitair onderwijs op de universiteit wordt beoordeeld of beloond. Drie op de vijf van de ondervraagden vindt dat rollen gericht op universitair onderwijs loopbaanbeperkend zijn bij de VU, méér dan op andere deelnemende instellingen (54%). Iets minder dan 30% verwacht dat universitair onderwijs aan de VU de komende vijf jaar aan prioriteit zal winnen, terwijl 63% dat wel wenselijk zou vinden. De resultaten van de enquête worden breed besproken in de universiteit, binnen de faculteiten en tussen het College van Bestuur en de faculteiten. De resultaten worden verder meegenomen in het traject rondom Erkennen en Waarderen.

Onderwijsprijzen

De VU vindt het belangrijk om docenten te waarderen en stelt daarom jaarlijks een aantal prijzen en premies beschikbaar tijdens het Nieuwjaarsgala om het ontwikkelen van het beste onderwijs verder aan te moedigen. Zo wordt jaarlijks een prijs uitgereikt aan een talentvolle docent (DocenTalent) en is in 2022 de Van der Duyn Schouten onderwijsprijs uitgereikt aan de senior docent van het jaar. Deze laatste prijs wordt jaarlijks afgewisseld met de Innovatieprijs voor het team van docenten met het meest veelbelovende innovatieve onderwijsidee. Daarnaast worden tijdens het gala aan studenten prijzen uitgereikt voor de beste maatschappelijk betrokken scripties en de meest getalenteerde student (StudentTalent). De winnaars van de onderwijsprijzen 2022 op een rij:

  • Bachelorscriptieprijs: Merel Stroes, School of Business and Economics

  • Masterscriptieprijs: Charlotte Parree, Faculteit der Rechtsgeleerdheid

  • StudenTalentprijs: Amarylle van Doorn, Faculteit der Geneeskunde

  • DocenTalentprijs: Lachezar Yanev, Faculteit der Rechtsgeleerdheid

  • Van der Duyn Schoutenprijs: Yvette Taminiau, Faculteit der Sociale Wetenschappen

Meer informatie over de achtergrond van alle genomineerden en de winnaars is te vinden op de VU-website .

Waardering voor goed onderwijs spreekt ook uit de beurzen van het Commeniusprogramma. Dit programma is opgezet door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Het stelt docenten in staat hun visie op onderwijs(innovatie) in de praktijk te brengen. Door excellent en bevlogen docentschap zichtbaar te waarderen, wil de overheid nadrukkelijk een bijdrage leveren aan meer gevarieerde carrières van docenten en onderzoekers op hogescholen en universiteiten. Binnen het programma zijn er drie verschillende beurzen: de Teaching Fellow-, Senior Fellow- en Leadership Fellow-beurs. De VU verwierf in 2022 vier beurzen. De winnaars op een rij:

  • Anne de la Croix (Senior Fellow), Faculteit der Geneeskunde

  • Amanda Porter (Senior Fellow), School of Business and Economics

  • Oscar van Linden (Teaching Fellow), Faculteit der Bètawetenschappen

  • Mohammad Rezazade Mehrizi (Teaching Fellow), Faculteit der Bètawetenschappen

Kwaliteitsafspraken en Nationaal Programma Onderwijs

Door de invoering van het leenstelsel in 2015 is er extra geld beschikbaar om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren; het gaat om de zogeheten studievoorschotmiddelen. De studievoorschotmiddelen die de VU toegewezen kreeg, zijn gebruikt om ons Kwaliteitsplan Onderwijs te financieren. Veel van de resultaten die in dit hoofdstuk beschreven staan, zijn onderdeel van dat kwaliteitsplan. Elementen van ons kwaliteitsplan zijn bijvoorbeeld het project Activerend Blended Onderwijs, de leergangen in het kader van docentkwaliteit en de kennisuitwisseling zoals die plaatsvindt binnen het VU Network for Teaching and Learning (een samenwerkingsverband van medewerkers uit alle eenheden die een rol hebben bij de ondersteuning van docenten in de faculteiten). In hoofdstuk 9, Kwaliteitsafspraken , gaan we nader in op de activiteiten en bestedingen binnen het Kwaliteitsplan.

Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is een (niet-structureel) investeringsprogramma van het kabinet om de gevolgen van de coronacrisis voor leerlingen en studenten op te vangen. Het extra geld dat ter beschikking is gesteld, wordt door de VU ingezet voor initiatieven rondom studentenwelzijn (zie volgende paragraaf) en wordt verantwoord in hoofdstuk 10, onder Coronaparagraaf.

Ontwikkeling studentaantallen en internationalisering

Na een periode van groei van de instroom tussen 2017 en 2021 is de instroom voor collegejaar 2022-2023 gedaald met 10%. Er startten 6.150 bachelorstudenten met hun opleiding aan de VU, 5.400 masterstudenten en 550 premasterstudenten. Het totaal aantal studenten met een ‘eerste inschrijving’ aan de VU is grofweg gelijk gebleven op 31.700, door het hogere aantal herinschrijvingen vanwege de toegenomen instroom van de jaren ervoor.

In 2022 zien we een daling van de instroom van vwo’ers in de bachelorfase. Die daling treedt op over de hele breedte van onze opleidingen, en deze ontwikkeling is ook landelijk te zien. Dat komt door twee trends die elkaar versterken: minder vwo’ers hebben in 2022 een diploma behaald, en van de vwo’ers met een diploma beginnen er minder na de middelbare school direct met een studie aan de universiteit. Dit kan komen doordat meer vwo’ers eerst een tussenjaar nemen (in de coronaperiode was dat minder interessant). Maar mogelijk speelt ook de herinvoering van de basisbeurs, die ingaat in het collegejaar 2023-2024, mee in het uitstellen van de start van de studie.

De daling van de bachelorinstroom komt overigens vooral door afname van de Nederlandse instroom; de internationale instroom is gegroeid met 11%. Het aandeel studenten met een buitenlandse vooropleiding in de bachelorinstroom is nu 28%. Tussen faculteiten en binnen opleidingen is er echter veel variatie, zowel in daling of groei als in de samenstelling van de instroom.

De masterinstroom is sterker gedaald dan de bachelorinstroom. Dit komt voornamelijk door een daling van de internationale instroom, die volgt na een piek in 2021-2022. Maar ook de Nederlandse instroom is gedaald.

De groei van de voorgaande jaren (ruim +50% in de periode 2016-2022), heeft bijgedragen aan een hoge werkdruk, druk op onderzoek en een toenemende uitdaging om alle studenten en onderwijsactiviteiten goed te faciliteren en te huisvesten. In 2022 heeft de VU hard gewerkt aan maatregelen om deze uitdagingen het hoofd te bieden. Denk daarbij aan onderwijsplanning en campusontwikkeling en de vragen welke sturingsinstrumenten we kunnen en willen inzetten, en wat we kunnen doen om de juiste student de juiste plek te helpen vinden. De VU wil daarbij toegankelijk zijn, en dus capaciteitsbeperkingen (zoals een numerus fixus) zoveel mogelijk voorkomen. Bij drie opleidingen bij de Faculteit der Bètawetenschappen is het toch noodzakelijk geweest om een numerus fixus in te stellen: Biomedical Sciences (per 2022-2023), Computer Science en Gezondheid en Leven (beide per 2023-2024).

De VU draagt actief bij aan de landelijke discussie over de instroom van internationale studenten. Het publieke debat over de balans tussen Nederlandse en internationale studenten werd eind 2022 almaar nadrukkelijker gevoerd. Enerzijds leveren internationale studenten aan de VU een belangrijke bijdrage aan onze gemeenschap, de kwaliteit van het onderwijs en de Mixed Classroom. Ze stellen ons in staat om talent op te leiden voor de arbeidsmarkt en onderzoek. Anderzijds erkent de VU de uitdagingen die komen kijken bij het faciliteren en huisvesten van het groeiende aantal (internationale) studenten. In 2023 zullen we met elkaar bewuste en verantwoorde keuzes blijven maken over de vraag welke studenten we willen aantrekken met welk opleidingsaanbod. Daarbij is de toegankelijkheid van het onderwijs en de keuzevrijheid van de student een groot goed. We voeren het gesprek met elkaar binnen de VU, maar ook met andere hogeronderwijsinstellingen, waarmee we werken aan een landelijke Toekomstverkenning van Onderwijs en Wetenschap .