Het resultaat van de Stichting VU 2022 bedraagt € 2,6m. Dit is € 8,5m hoger dan het begrote negatieve resultaat van -/- € 5,9m en € 22,5m lager dan het resultaat dat behaald is in 2021. Het verschil ten opzichte van de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende drie elementen met een bijzonder karakter:

• Non–cash effecten: De non-cash effecten hebben ten opzichte van de begroting een positief resultaatseffect van per saldo € 8,6m. Dit betreft € 6,5m lagere afschrijvingslasten, een wijziging in de waardering van de effectiviteit van de derivatenportefeuille van €1,2m en € 0,9m hogere geactiveerde bouwrente. De grootste afwijkingen in de afschrijvingslasten zijn:

• • Facilitaire Campus Organisatie: € 3,2m als gevolg van langere gebruiksduur W&N gebouw;

  • € 1,3m door later dan geplande investeringen en activeringen in Services en NU gebouw;

  • Dienst Informatietechnologie: € 2,8m door lagere realisatie van het investeringsprogramma.

• Studievoorschotmiddelen: De vertraging op de besteding van de studievoorschotmiddelen (toewijzing 2022 minus besteding) leidt tot een positief effect van € 1,6m.

• Verbetering van de dienstverlening van de diensten, waaronder IAM en MARS-kosten: De gemaakte kosten leiden tot een negatief effect van -/- € 8,7m.

Gecorrigeerd voor bovenstaande effecten is het resultaat € 1,1m. Dit is € 7,0m hoger dan begroot.

Een nadere analyse an dit verschil met de begroting bestaat onder andere uit de volgende elementen:

• Faculteiten per saldo lager resultaat: -/-€ 1,5m. Het negatieve resultaat wordt verklaard door de wijziging in de berekeningssystematiek van de overheadkosten op de Onderzoeksprojecten, hogere personeelslasten, hogere inhuurkosten en flinke mutaties in de personeelsvoorzieningen, met name in de reservering vakantiedagen.

• Diensten per saldo lager resultaat: -/-€ 6,4m. Het negatieve resultaat wordt met name verklaard door hogere inhuurkosten personeel door ziektevervanging en invullen van vacatureruimte en een mutatie in de personeelsvoorzieningen. Daarnaast is sprake van hogere kosten door de opgenomen voorziening voor verlieslatende contracten voor Sapiens (bij FCO) € 1,6m (€ 0,5m gemaakte exploitatiekosten en € 1,1m afkoop huurcontract The Valley).

• Allocatieresultaat: € 2,7m. De extra rijksbijdragen bestaan onder andere uit: NPO gelden, Loon-/prijscompensatie, Volumegelden, SEO gelden en Starters- en Stimuleringsbeurzen; de extra toewijzingen betreffen, naast de verdeling van de extra rijksbijdragen, voor projecten gereserveerde beleidsmiddelen.

• Reserves: Vrijval van centrale reserveringen: € 3,3m bestaande uit vrijval niet ingezette risicomarge € 1,6m, vrijval van de middelen 2022 voor de ‘strategische onderzoeksmotor’ € 0,6m en vrijval van overige reserveringen: € 1,1m.

• Joint degree eindafrekening UvA binnen het centraal bedrijf: € 1,8m. Dit komt doordat meer studenten zich bij de UvA hebben ingeschreven dan bij de VU. Hierdoor zijn hogere baten (rijksbijdrage en collegegeld) van de UvA ontvangen.

• Hogere btw Prorata € 2,4m (pro rata afrekening over 2021).

• Centrale personele voorzieningen € 2,8m, met name door hogere vrijval WIA-voorzieningen € 1,4m, vrijval Reorganisatievoorziening/ontslaglastenvoorziening € 0,5m, overige centrale personeelslasten € 0,4m.

• Centrale rentebaten en -kosten: € 1,7m. Deze lagere kosten worden veroorzaakt door het vervallen van de negatieve rente op de banksaldi medio 2022, het timingverschil in de betaling van rente over de financieringen en de niet-begrote ontvangen baten op de uitstaande geldleningen.

• VU Holding: lager resultaat -/-€ 0,4m: VU Holding laat over 2022 een negatief resultaat zien. De deelneming Parkeerbedrijf laat een positief resultaat zien, terwijl de overige deelnemingen een negatief resultaat tonen. Het resultaat van de Holding zelf is negatief, dit komt met name door de participatie in Matrix N.V. en de kosten voor de inhuur externe bestuurder in 2022.

• Overige effecten per saldo: € 0,8m.

Nadere duiding resultaat 2022

Het resultaat 2022 ligt in lijn met de verwachtingen die gedurende het jaar zijn ontstaan. Er zijn naast de hogere kosten voor verbetering van de dienstverlening van de diensten, waaronder IAM en MARS-kosten, de voorziening vakantiedagen en meerjarensparen, de wijziging in de berekeningssystematiek van de overheadkosten op de Onderzoeksprojecten en de te vormen voorziening voor Sapiens, geen andere grote posten die een onvoorziene materiële invloed op het resultaat hebben.

De inzet van de Studievoorschotmiddelen is met een realisatiepercentage van 91% hoger dan gedurende het jaar verwacht. Het effect van het strakker monitoren en bespreken van deze inzet heeft zijn vruchten afgeworpen.

Bovenstaande analyse van het resultaat wordt hieronder visueel weergegeven.

Het resultaat van de VU bevat een aantal incidentele posten die het resultaat 2022 positief dan wel negatief beïnvloeden. In onderstaand overzicht is een resultaatanalyse gemaakt waarbij onderscheid is gemaakt tussen incidentele posten en reguliere bedrijfsvoering.