De toename van de Kortlopende schulden € 58,0m wordt grotendeels verklaard door een toename van de vooruitontvangen college- en lesgelden, voorschotten werk voor derden en vooruitontvangen subsidies voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO), zwaartekrachtprojecten, sectorplannen en start- en stimuleringsbeurzen.

De stijging in de personele verplichtingen (onder andere loonheffing, premies SV, pensioenen, pensioenen en reserve vakantiegeld) ligt in verhouding met de stijging van de loonkosten en de toename van het aantal personeelsleden. Daarnaast is als gevolg van de loonverhoging in de nieuwe CAO de reserve verlofdagen tevens gestegen (€ 1,2m).

De voorschotten werk voor derden betreffen van opdrachtgevers ontvangen gelden die nog niet zijn besteed.

De vooruitontvangen collegegelden worden gevormd door het aandeel (8/12^e deel) van het ontvangen collegegeld voor het collegejaar 2023-2024 dat wordt toegerekend aan het boekjaar 2024.

De vooruitontvangen doelsubsidies OCW van € 60,9m hebben met name betrekking op de in 2023 ontvangen gelden voor start- en stimuleringsbeurzen, sectorplangelden en zwaartekrachtgelden.