2.3 Langlopende schulden
Het verloop van de langlopende schulden is als volgt:
(bedragen x € 1.000) | Stand per | Opnames | Overige | Aflossingen | Stand per | Looptijd | Looptijd |
01.01.2022 | in 2022 | mutaties | 2022 | 31.12.2022 | 1-5 jaar | > 5 jaar | |
Kredietinstellingen EIB | 212.866 | 37.500 | - | -14.136 | 236.230 | 82.399 | 153.831 |
Kredietinstellingen BNG | 30.000 | 20.000 | - | - | 50.000 | 32.292 | 17.708 |
Ineffectiviteit derivaten | 3.358 | -1.152 | - | 2.206 | 2.206 | - | |
Vooruitontvangen erfpacht | 5.053 | - | -70 | - | 4.983 | 345 | 4.638 |
Vooruitontvangen investeringssubsidie | - | 2.945 | - | - | 2.945 | 2.945 | - |
Totaal langlopende schulden | 251.277 | 60.445 | -1.222 | -14.136 | 296.364 | 120.187 | 176.177 |
Kredietinstellingen EIB en BNG
De schuld aan kredietinstellingen heeft betrekking op leningen van de Europese Investeringsbank (EIB) en de BNG Bank (BNG) voor de herontwikkeling van de campus.
De totale bovenstaande kredietfaciliteit bedraagt € 405 miljoen. Er zijn geen zekerheden verstrekt.
De langlopende schulden zijn gestegen met ca. € 45m en is veroorzaakt door drie ontvangen leningen voor totaal € 57,5m, aflossingen op bestaande leningen van in totaal € 14,1m en een ontvangen investeringssubsidie. De aflossingsverplichtingen voor 2023 bedragen eveneens € 14,1m.
Met de banken, de EIB, de Deutsche Bank (DB) en de BNG zijn vier financiële convenanten afgesproken. In 2022 is de VU ruim binnen deze gestelde normen gebleven. Onderstaande tabel geeft de waarden van de ratio’s per 31 december 2022 en de norm van de banken weer.
Ratio ¹ | VU | Banken |
Solvabiliteit I | 36,6% | >30% |
Debt Service Coverage | 2,1 | >1,3 |
Loan to Value | 38,9% | <50% |
Investeringen (in € mln) ² | 113,2 | 161,0 |
¹ Solvabiliteit I = eigen vermogen / totaal vermogen
DSCR = EBITDA / totaal financiële verplichtingen m.b.t. lang vreemd vermogen
Loan to value = totaal kort- en langlopende bankschulden / totale materiële vaste activa
Investeringen = gerealiseerde investeringen / 110% gebudgetteerde investeringen
² 110% van investeringsbegroting jaarverslag 2021 voor 2022
Ineffectiviteit derivaten
De VU past kostprijshedge-accounting toe op haar derivatenportefeuille. Richtlijn RJ 290 schrijft voor dat het deel van de derivatenportefeuille dat ineffectief is, op de balans gewaardeerd moet worden als de waarde van de derivaten negatief is én meer negatief is dan de waardeverandering van de onderliggende afgedekte leningen. Dit bedrag wordt onder de langlopende schulden gepresenteerd vanwege het langlopende karakter van de derivaten. Een vermindering in de ineffectiviteit komt ten gunste van de staat van baten en lasten. Voor 2022 is de ineffectiviteit afgenomen met € 1,2m (2021: stijging € 0,2m).
Voor het bepalen van de omvang van de ineffectiviteit wordt een vergelijking gemaakt tussen de waardeverandering van de zeer waarschijnlijke toekomstige externe financiering (welke wordt gemodelleerd als een zogenaamd ‘hypothetisch derivaat’) en de marktwaarde per eind 2022 van de bestaande derivatenportefeuille. Het verschil tussen de beide waarderingen is de omvang van de ineffectiviteit.
De marktwaarde van de portefeuille varieert naar gelang de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. In 2022 heeft een herschikking in de derivatenportefeuille plaatsgevonden.
Vanwege de huidige lage kapitaalmarktrente en de lange looptijd vertoont de portefeuille een negatieve marktwaarde van ongeveer € 31,6m per eind 2021 (2021: € 103,2m). De marktwaarde is de actuele waarde van de in de toekomst verschuldigde verplichtingen.
Sinds 31 december 2020 is, zoals gedefinieerd in het derivatencontract (ISDA) met de Deutsche Bank, geen sprake van een overhedge. Ook in de jaren 2023 en 2024 wordt geen overhedge verwacht. Zie onderstaande tabel voor het overzicht van de bestaande derivatenportefeuille.
Hoofdsom | Tegenpartij | Periode | Te betalen | Te ontvangen | Reële waarde | Reële waarde | |
(x € 1.000) | rente | rente | 31.12.2022 | 31.12.2021 | |||
10.000 | BNG | 2010 - 2025 | 4,60% | 6 mnds Euribor | -504 | -1.930 | |
10.000 | BNG | 2011 - 2026 | 4,65% | 6 mnds Euribor | -667 | -2.399 | |
15.000 | DB | 2011 - 2025 | 5,53% | 1 mnds Euribor | -1.011 | -3.319 | |
50.000 | DB | 2013 - 2035 | 5,23% | 1 mnds Euribor | -11.220 | -32.753 | |
50.000 | DB | 2013 - 2035 | 5,37% | 1 mnds Euribor | -9.705 | -27.993 | |
113.984 | * | DB | 2014 - 2030 | 5,16% | 1 mnds Euribor | -8.475 | -34.787 |
Totaal | -31.582 | -103.181 |
*) De hoofdsom varieert gedurende de looptijd. Het hier vermelde bedrag betreft de uitstaande hoofdsom per 31-12-2022.
Vooruitontvangen erfpacht
Erfpachttermijnen die in een keer zijn geïnd worden verantwoord onder langlopende schulden. Gedurende de looptijd van de erfpachtcanons zal een evenredig deel van deze schulden vrijvallen ten gunste van het resultaat.
Vooruitontvangen investeringssubsidie
Voor de financiering van een gebouw voor start ups heeft de VU een investeringssubsidie ontvangen van de Gemeente Amsterdam.