De toename van de Kortlopende schulden € 29,0m wordt grotendeels verklaard door een toename van de vooruitontvangen college- en lesgelden, voorschotten werk voor derden en vooruitontvangen subsidies voor NPO gelden en start- en stimuleringsbeurzen.

De stijging in de personele verplichtingen (onder andere loonheffing, premies SV, pensioenen, pensioenen en reserve vakantiegeld) ligt in verhouding met de stijging van de loonkosten en de toename van het aantal personeelsleden. Daarnaast zijn er als gevolg van het thuiswerken minder verlofdagen opgenomen door medewerkers waardoor deze positie tevens is gestegen (€ 3,4m).

De voorschotten werk voor derden betreffen van opdrachtgevers ontvangen gelden die nog niet zijn besteed.

De vooruitontvangen collegegelden worden gevormd door het aandeel (8/12^e deel) van het ontvangen collegegeld voor het collegejaar 2022-2023 dat wordt toegerekend aan het boekjaar 2023.

De vooruitontvangen doelsubsidies OCW van € 9,6m hebben met name betrekking op de eind 2022 ontvangen gelden voor start- en stimuleringsbeurzen.